Vinkeveense plassen:
De Vinkeveense plassen is een natuur en watersportgebied in het noordwesten van de provincie Utrecht, ten noordoosten van het dorp Vinkeveen. De Vinkeveense plassen zijn verbonden met de rivier de Amstel. Ze zijn vanaf de gouden eeuw ontstaan door de winning van turf ten behoeve van Amsterdam. De langwerpige eilanden zijn legakker, ze waren vroeger in gebruik als droogvelden voor de nog natte turf. Nadat het veen was weggebaggerd bleven er veenplassen acher, gevormd door de trekgaten die door afslag van de oevers steeds groter werden.
Vissen op de Vinkeveense plassen is voor veel sport en recreatievissers iedere keer weer een unieke beleving. Veel voorkomende vissoorten die wij regelmatig vangen zijn:
Baars, snoek, snoekbaars,.
De Vinkeveense plassen bestaat uit drie plassen en een poldergebied. Bij een sterke Noordenwind kunt u goed vissen in de trekgaten of op de Zuidplas of de kleine plas. Bij een sterkte Zuiden-of Zuidwestenwind kunt u goed vissen op de Noordplas. In het poldergebied is het altijd goed om te vissen.
Loosdrechtse Plassen:
De oorsprong van de Loosdrechtse Plassen is terug te voeren op de vervening. Door die vervening werd steeds meer land omgevormd tot water. Op de resterende smalle eilandjes (de legakkers) werd de bagger te drogen gelegd die uit het aanliggende water werd getrokken (de trekgaten), zodat daar turven van gestoken konden worden.
Nadien hebben wind en golfslag vat gekregen op de smalle eilanden, die geleidelijk aan verdwenen en er grote wateroppervlakten ontstonden. Aan de westzijde van de plassen zijn nog omvangrijke complexen legakkers overgebleven.
De Lek:
De Lek is een Nederlandse rivier die vanaf Wijk bij Duurstede de voortzetting vormt van de Nederrijn en zich bij Kinderdijk verenigt met de Noord: als de Nieuwe Maas zet de rivier zich in westelijke richting voort. De lengte bedraagt 62 kilometer.
Er zijn ontelbare visstekken met zeer uiteenlopende sportvismogelijkheden. Daarom mogen we de Lek met recht een sportvispaleis in de regio Utrecht noemen. Ook in de wintermaanden en bij hoog water is er prima vis te vangen
Er is een Prachtig roofvisbestand in de Lek
Op de roofvissen kan het hele jaar door op de Lek gevist worden. De rivier biedt werkelijk een prachtig bestand aan snoek, snoekbaars, baars en roofblei.
De Lek
Merwedekanaal:
Het Merwedekanaal is een kanaal in de Nederlandse provincies Utrecht en Zuid-Holland.
Het verbindt het Amsterdam-Rijnkanaal in de stad Utrecht met de Boven-Merwede ten zuiden van Gorinchem.
Van noord naar zuid loopt het kanaal door of langs de plaatsen Utrecht, Nieuwegein (Jutphaas), Vreeswijk, Vianen, Lexmond, Hei- en Boeiop, Meerkerk, Nieuwland, Hoogblokland, Arkel en Gorinchem.
Tussen Nieuwegein en Utrecht wordt het Merwedekanaal gekruist door het Amsterdam-Rijnkanaal en tussen Nieuwegein en Vianen door de rivier de Lek.
Merwedekanaal
De Vecht:
De Utrechtse vecht of kortweg Vecht is een Nederlandse rivier die bij de Weerdsluis in de stad Utrecht begint en bij Muiden in het IJmeer uitmondt. Hiertussen stroomt de vecht langs de plaatsen, Maarssen, Breukelen, Loenen en Weesp.
De Vecht is één van de weinige rivieren waarbij het water soms (gedeeltelijk) de rivier óp stroomt, doordat het water in het IJsselmeer aanzienlijk hoger staat dan dat van de Vecht bij de sluis in Muiden. Alleen bij heel hevige regen stroomt de rivier wel gewoon naar de monding toe.
De Vecht
In de vecht zijn na onderzoeken 23 soorten vissen waargenomen.
Uitgesproken zeldzaam in het onderzoeksgebied zijn de paling,karper, roofblei en graskarper.Tijdens de bemonsteringen zijn vier exoten waargenomen, blauwband, graskarper, roofblei en zonnebaars. Opmerkelijk is de vangst van de blauwband.
De Kromme Rijn:
De kromme rijn is een oude rivier die vermoedelijk 1000 jaar voor Christus is ontstaan. De rivier loopt vandaag de dag van af de Nederrijn bij Wijk bij Duurstede en mond uit in de stadsgrachten van Utrecht.
Houd je van het vissen in een oude natuurlijke omgeving dan is de Kromme rijn een bij uitstek geschikte water.
Hier vis je in een prachtige omgeving tussen de landgoederen en kastelen die dit oud stukje Nederland rijk is.
Viswater en visstekken
De Kromme rijn is ongeveer 28 kilometer lang en in de breedste stukken is het viswater 15 meter breed.
De diepte is gemiddeld een twee meter. Het water van de kromme rijn stroomt licht hoewel op sommige smallere stukken, zoals tussen Odijk en Werkhoven, de stroming al weer een stuk feller is. Natuurlijk vind je hier wel weer prachtige visstekken voor de roofblei.
In het water vind je vele watervegetatie en zijn de oevers in 1995 aangepakt waarbij de houten beschoeiing grotendeels is verwijderd en een natuurlijke oever ontstaan is. Hier door zijn er veel natuurlijke visstekken ontstaan waar vis paaiplekken vinden en visbroed bescherming. Stuwtjes, afwatergingslootjes en versmallingen in de rivier vormen andere hotspots voor de hengelsport visser.
Visbestand en vangsten
De visstand in de kromme rijn is behoorlijk goed. Je kunt er vaak tientallen blankvoorns zien zwemmen en vind je er ruisvoorns tot in de 30cm. Winde kun je ook op de kromme rijn vinden en zie je deze vissen regelmatig aan de oppervlakte azen.
Rond 2000 is er een groot bestand aan kopvoorn uit gezet in de krommerijn en die populatie heeft zich goed instant weten te houden. Natuurlijk vind je er ook de nodige roofvis als baars en snoek en is de nieuwkomer; roofblei ook vertegenwoordigd. Hier vissen wij natuurlijk op.
Kromme Rijn
Veenplassen:
Dit landschap is ontstaan door het winnen van turf waardoor het land veranderde in diepe plassen. Het bestaat uit verschillende plassen en enkele kleine poelen (de 'petgaten'), waartussen smalle stroken land met bebouwing zijn overgebleven. Het plassengebied heeft een grote afwisseling in ruimtematen. Daarbij is de rechthoekige vorm een kenmerkende gemeenschappelijke eigenschap. Beeldbepalend zijn de lintbebouwing met erfbeplanting, de wegbeplanting en struiken en bomen op de resten van de smalle stroken land waarop de turfmakers hun bagger tot turf lieten drogen, de 'zetwallen'. Ook de eilanden in de plassen zijn een overblijfsel van de turfwinning. Sinds het einde van de turfwinning in de jaren twintig heeft het gebied naast de woonfunctie vooral een recreatieve functie gekregen. Verder kent het gebied belangrijke natuurwaarden. Het is ook het werkterrein van enkele beroepsvissers, gericht op de palingvangst. Snoeken zijn hier ook te vinden .
Kaptien Kibbeling met een snoek.
